Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] X. Op de heide. Ik dwaal langs de bloeiende heide. Mijn hart is zwaar als lood. De bevende bloemekens schudden haar bellekens rozerood. Zoo blauw is de zomersche hemel! Zoo goudgeel bloeit de brem! Hoor! is het de zang van een vogel, of wel een geliefde stem? Geen menschentale weerklinkt er, een vogeltje zingt op een tak. Mij duizelt, als of mijn harte mij in den boezem brak. Verberg me in uw purperen mantel, o heide vol bloemekens fijn! en laat mij uw liedje van weelde, o vogel! een wiegelied zijn. Vorige Volgende