Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] V. Minnelied. Ik kuste u voorhoofd, mond en oogen, opdat gij nimmer meer zoudt weenen. De koele glimlach is vervlogen, de droeve rimpel is verdwenen. Ik kuste u voorhoofd, mond en oogen. Gij liet den boozen luim ontglippen. Uw tranen heb ik ingezogen, nu beeft uw spotlach op mijn lippen!’ - ‘Zoo kus ik weer u mond en oogen. Laat vrij de omarming mij verlengen, mijn tranen op uw wangen drogen, mijn glimlach van uw lippen zengen!’ Vorige Volgende