Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Zang en droom. [pagina 69] [p. 69] I. Wijding. Brand mijn lippen met Jesajah's vuurkool, brand mijn lippen rein, opdat ik zinge, want de heerlijkheid, die ik aanschouwd heb is te wonderbaar voor sterflijke oogen! Nader, o zesvleugelige Seraph, neem de vuurge kool van 't rookend altaar! Bevend en verblind, gelijk de Ziener, stamel ik, als hij: - ‘Nu moet ik sterven!’ Engel, red mij en verzoen mijn zonde. Bleek, met ver ziend oog en wilde lokken, wacht ik u. O druk uw stempel diep, en juichen zal ik, met verschroeide lippen! Vorige Volgende