Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] LI. Levenswijsheid. Ik vroeg den stroom: - ‘Wilt gij mij laving geven?’ Het water week en vlood mijn dorre lippen. Naar sappig ooft had ik de hand geheven: de blozende appel voelde ik mij ontglippen. Met vlijt en hoop had ik mijn net geweven: 'k zag door de mazen 't zilvren vischje slippen; en 't brooze pinkje, stout in zee gedreven, een wijl geslingerd, strandde op snoode klippen. Gunt mij de stroom geen dronk, mijn dorst te lesschen, 'k ga naar het beekje, in beukenschâuw verborgen. Daar, tusschen 't loover, blinken blauwe bessen. Daar bouw 'k een hutje van mijn bootjes planken, en, eenzaam, rustig, vrij van angst voor morgen, zal ik - wie weet? - mijn lot nog leeren danken. Vorige Volgende