Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] XXXV. Lentevlag. Ontvouw, kastanje, uw witgewolde knoppen, en hef in 't blinkend blauw de lentevlag! Reeds beuren boomen fier de omkransde koppen, bekroond met loof als door een tooverslag. De zonne zegent de aarde met haar lach, en streelt met stralen, warm als vingertoppen, 't ontwakend woud, waar duizend polsen kloppen in tronk en twijg, bij d'eersten weeldedag. Een wegje weet ik, waar de dauwdrop vonkelt, waar de anemoon haar melkwit kelkje ontplooit. Hoe lokkend lief dat smalle paadje kronkelt! In 't heesterhout, met zwellend groen getooid, Trilt vogelzang. - Ontvlied der velden vlakte! Zoek, voor uw droom, de schâuw van 't weidsch getakte! Vorige Volgende