Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] LVIII. Evocatie. Eén blanke rank in 't blindend blauw der luchten - En blijde. Lente is in mijn ziel herboren. Eén klaproosvlam in 't goud van zonnig koren - En 'k zie voor Zomer schuchtre Lente vluchten. Eén rijpende appel, rood als avondgloren, Geeft heel de Herfst met bladerval en vruchten. Eén vlokje sneeuw - en 'k hoor den Winter zuchten, Bij 't witte graf, waardoor geen bloem kan boren. Zoo wekt een wereld van erinneringen Eén enkel woord, in liefde of haat gesproken. Eén woord van liefde - en 'k hoor mijn Jeugd weer zingen. Eén woord van spot - en 'k zie mijn Weeën spoken O vul mijn tuin met ál de vreugdseringen, Die, ongeplukt, in vroegren Mei ontloken! Vorige Volgende