Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] XLIX. Groen spruit het graan... Groen spruit het graan uit bruinfluweelen voren. Meizoentje en lischbloem bloeien langs de bermen. Lammeren dartlen, bij en vlinder zwermen. Blauw straalt de hemel: de Aarde is weergeboren. Juich luid, mijn hart! Natuur wil zich ontfermen. Lief lacht ze en blij en jong als ooit te voren.- Toch schrijnt mijn hart, als had ik iets verloren. Om 't winterlijden hoor ik stemmen kermen. O 't zacht-smaragden lenteloof is heerlijk! In 't groeiend gras, vol bloemen, blanke en gouden, Wordt rust, languit, na droomgedool, begeerlijk. Maar nieuw is álle tooi van weide en wouden. Dat dunkt mijn hart, als klimop trouw, zoo deerlijk: Van 't oude schoon heeft de Aarde niets behouden. Vorige Volgende