Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] XLV. Vergeet-mij-niet. Vergeet-mij-niet! O blauwe lentedroom Van zonnig water met een bloemendijk! Een neergezweefden vlinderzwerm gelijk, Tusschen het luchtblauw en den waterzoom. Of teedere elfenoogjes. met gekijk Van lichte kinderzieltjes zonder schroom, Opblikkend vroolijk, o zoo zoet, zoo vroom, Naar de englenoogen hoog in 't Hemelrijk. Blauw feeëntuintje, door geen hand gezaaid, Zacht beeft uw bed van lentekelkjes fijn, Als even 't levend koeltje uw bloempjes aait. En 'k vraag verwonderd: -‘Zou dat blauw zoo rein, - Wind van Mysterie, leer 't mij, die ge omwaait, - Het hemelheimwee van de Wereld zijn?’ Vorige Volgende