Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] XLIV. Zomertuintje. De schutting, schuilgaande onder klimroosranken, Omsluit den tuin met kalme horizontjes. De rozen drinken zon met open mondjes En aadmen weelde, om 't warm gestreel te danken. De gouden middag kleurt het kiezel blondjes, Laat de anjers gloren en de leeljen blanken En 't grasperk weemlen van smaragdenspranken En vlindervrool'ke gele zonnerondjes. In 't lauwe blauw, waar donzen wolken zweven, Neuriet een boom, met droomrig loom geschommel, Een wiegezang voor 't woelig leven even. Dan geen geluid als 't gonzen van een hommel.... En, zoet bedwelmd door geur- en bloemenleven, Zwijmt zoel mijn ziel in zalvend zacht gedommel. Vorige Volgende