Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] XXXIX. Boomenkoning. O Boomenkoning met uw reuzekroon Van goud zoo rood als koper, drinkend zon Met al uw blaadren uit de hemelbron, Als wijn uit rein kristal een vorstenzoon! Op 't bleek citroengeel van den horizon, Spreidt gij uw ritselende pracht ten toon, Eenzaam en rijk in 't rijk van rijpheidsschoon, Nu trotsche October 't zomerheir verwon. O heerscher over zilvrig deinend duin! Wat ruischt uw raadsheer, de oude wijze Wind, Dat gij zoo zacht beweegt uw gouden kruin? Ik vouw de handen, als een sprookjeskind, Dat feeën leiden in een toovertuin, En adem nauw, maar staar mij de oogen blind. Vorige Volgende