Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Sonnetten. [pagina 81] [p. 81] XXXI. Afscheid. Op 't kerkhof waar de kerker van uw ziel In puin ligt en bedolven onder 't zand, Sta ik voor 't laatst, aleer 'k verlaat dit land, Bij 't stil dood hart, dat vroeg mijn liefde ontviel. Ik kus uw naam en hecht, met vrome hand, Mijn laatste bloem aan 't kruis waar 'k niet voor kniel, O bloem die in mijn lente aan bloemen schriel Trouw bloeide, als 't leed mijn ziel had overmand! Mijn zuster, weet ge 't in uw hemel nog Hoe 'k eens met U deze akker Gods betrad En gij zacht klaagde: - ‘Ik sterf nu dra, maar och! ‘Hoe moet ik rusten in deez' vreemde stad?’ En ik geen troost vond, wanende ál bedrog? Nu boudt voor 't laatst mijn liefde uw kruis omvat. Vorige Volgende