Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] III. O zeg mij.... O zeg mij, hoe zijt gij gekomen Op het eiland waar 't Lot mij deed stranden, Als de ridder waar meisjes van droomen, Die vaart van zijn slot tot haar landen? Als Robinson leefde ik gelaten, Alleen, op mijn Eiland van Weeën.... - O wilt gij uw zeeën verlaten? Een Eden zal 't zijn met ons tweeën. Of willen we, in 't lommer der zeilen, Klapwiekend als reuzige zwanen, Naar een land waar het zonnig is ijlen En er spreiden, als vleugels, uw vanen? O Lief, op de waatren van 't Leven, Met den moed die ons samen zal stalen. Ontdekken en maagdelijk geven Een wereld van ware Idealen! Vorige Volgende