Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] II. Weerspiegeling. Ik zie het landschap in uw oogenbruin, Veraf en lieflijk als een toovertuin. O klare spiegels van den zomernoen, Vol hemelblauw en weide- en boomengroen! Gij schenkt mij ál wat ik van de aard nog eisch: 't Eenvoudigst landschap maakt ge een Paradijs. Lief, laat mij nu 't gelaat der menschen vliên En in uw oogen heel mijn wereld zien! Vorige Volgende