Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] XXX. Columbus. O Wereldvinder met uw duivenaam! 'k Zwierf lang, als gij, op vreemde zeeën rond, Tot ik mijn eigen Nieuwe Wereld vond, Wereld van vrede, niet van menschenfaam. Mijn scheepsvolk sloeg aan 't muiten, geen verstond Mijn heerlijke eerzucht en, met doodsberaam, Wettend hun waapnen, schoolden ze om mij saam, Maar 'k smeekte om leven tot den morgenstond. En toen de morgen baadde in rozenbloed: - ‘Land!’ riep mijn loods en 'k loofde God den Heer. En, vol berouw, viel 't scheepsvolk mij te voet. O kleingeloovig volk van driften! leer Uw Heer vertrouwen! zie, Hij maakt het goed: Hij geeft een wereld, - gij, vraagt niet wanneer! Vorige Volgende