Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] XXIII. Palmzondag. O blij was de intocht in onze eigen woning, Waar God alleen, geen wereld ons kan scheiden! Wijd spreidden weidsche rijkbebloemde weiden, Als feesttapijten voor een koningskroning. In 't blauw, waar blank zich bolle wolken breidden, Als vlaggenpracht bij 't komen van een koning, Vlogen veel vogels aan met vreugdbetooning, Om, welkom juichend, ons naar huis te leiden. En in ons tuintje, in knoppende kastanje, Bleef ons een meerl met zoet gefluit begroeten, Tot de avond smolt in purper en oranje. En gouden palmen strooide ons voor de voeten De zon, die wegvloeide achter popelfranje... Voor dien Palmzondag, Heer, laat ons niet boeten! Vorige Volgende