Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] XV. Ring van trouw. Eens haatte ik, als symbool van slavenketen, Den gouden schakel van het trouwverbond. Rampzalig dwaas noemde ik wie zich vermeten Vlinders te binden die m' in 't blauwe vond. Maar sedert gij - nooit zal 'k dien dag vergeten - Uw ring mij boodt uit rooden liefdemond, Weet 'k een geheim, nooit zonder U geweten: Die kleine ring omspant heel 't wereldrond. O plechtig plukte ik, schier van weelde aan 't weenen, Als uit een roos in Tooverland, uw ring. En uit dien ring, door zomergloed beschenen, Straalt nu 't geluk, dat zooveel leed verving, Een atmosfeer van goudlicht rond mij henen: Uw liefde omringt mij als een tooverkring. Vorige Volgende