Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Liefdedood Haar zuster sprak: - ‘Je grijze vriend is dood.’ Zij zeeg voorover, zonder kreet of klacht, De handen voor 't gelaat en weende zacht, Of met zijn leven héel haar zijn vervloot. Geen slaap bedwelmde éen smart-uur van den nacht. Haar tranen vloeiden tot het morgenrood. Vol bleef de beker, ongebroken 't brood, Wijl hem zij 't offer van haar tranen bracht. Drie dagen lang, in trouw van liefde en rouw, Drie nachten lang bleef weenen deze vrouw, Tot ze ál haar tranen had geschreid, als bloed. Toen zonk ze in dood - Waarom uit grijs weleer Doemt óp uw beeld en zie 'k uw weenen weer, O grijze vrouw, wie 'k niet beklagen moet? Vorige Volgende