Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Tweede Jeugd Verwonderd, vond zij, na de reis door 't ronde Met bloed besprenkte worstelperk van 't leven, De weelde weer, ten tweede maal gegeven, Van Paradijs, waar lokt geen slang van zonde, Waar áltoos bloemen geuren, vogels zweven, Waar brandt geen pijn van diepe hartewonde; Waar blij en veilig feest haar blanke blonde Dauwprille jonkheid, boven leed verheven. Zij peinst niet langer, leest niet meer in boeken --- Beklaagd door hen, die zwoegend waarheid zoeken, Leeft ze in den vrede van haar jeugd-oase, Door God gezalfd met balsem van vergeten. Voor haar geen tijd, in dag en uur gespleten, Maar eeuwigheid in hemel van extase. Vorige Volgende