Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Doodsstrijd In bangen doodstrijd hijgt de grijze moeder, Aan peluwstapel kreunende opgericht. Haar laatste hoop, die 't lijden nôo verlicht, Is 't wederzien van d'een'gen vromen broeder. Hij komt - en maant voor 't strenge Godsgericht En laat haar ziel vol vrees voor d'Albehoeder. Zij klampt zich vast aan 't arm bestaan, ál moeder En de oogen star in 't angstvol aangezicht. Dan, warm ontroerd door teeder mededoogen, Neemt zacht haar hand haar schroomvol jongste kind, In schaduw levend, eenzaam, onbemind. Uit welke bron die woorden vloeien mogen, Waarin de stervende eindlijk vrede vindt, Tot kalme doodslaap luikt de brekende oogen? Vorige Volgende