Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Oma De ruwe sportknaap, 't pauwig pralend meisje Bespotten Oma, in haar kamerhoek. Terwijl de radio davert, blij en kloek, De sportknaap bluft, de nuf beraamt een reisje. Zij hult zich huivrend in haar donkren doek, Aait poesje op schoot, dat warm fluweelen grijsje En neuriet zacht een lang vergeten wijsje En bladert, bevende, in 't vergeelde boek. Haar leven - dof in strengen plicht vergleden, Haar liefdewensch - gewekt en nooit vervuld. Doch weet haar ziel den weg naar 't mooi verleden, Waarvan de weerschijn d'avond bleek verguldt. - ‘Zal hém ik weerzien?’ preevlen haar gebeden. En tragen dood verbeidt ze in vroom geduld. Vorige Volgende