Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Een Moeder Zij vroeg haar zoon, ten dood al opgeschreven, Die, pijndoorfolterd, kreunend, de oogen sloot: - ‘Wat kan ik geven, waar 't mijn eigen leven?’ - ‘O levengeefster, Moeder, geef mij dood!’ Het blanke gif voelde in haar hand zij beven. 't Was licht, maar de offerdaad woog zwaar als lood. - ‘O God van liefde, wil mij dit vergeven!’ Het lavend gif zij in den beker goot. Zij hief zijn hoofd op uit het heete kussen En liet hem drinken. En geen woord weerklonk, Terwijl hij dorstig, 't lijdensvuur te blusschen, Den koelen slaap van 't kalme sterven dronk. Toen zocht zijn mond de liefdehand te kussen, Van haar, die 't leven én den dood hem schonk. Vorige Volgende