Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] In 't grijs Vertrek In 't grijsbehangen eng en streng vertrek, Bij 't raamkozijn, waar poesje ligt te spinnen, Naait de oude vrouw in 't grijs het blanke linnen. Lakrood van granium in 't bloemenrek, Goudvissche'-oranje in glazen kom verwinnen Kan 't niet al 't grijs met warmer kleurenvlek. De regen weent langs 't raam met traag gelek En dempt tot schemer 't bleeke licht daarbinnen. En even talmt zij, kijkt naar de effen lucht, De leege straat, die zwart glimt van den regen, Legt neer het linnen om haar bril te vegen, Bewaasd - van tranen? - mompelt zacht en zucht. Hier droomt zij, moe van levens lange wegen, In stille vrede en eenzaamheid gevlucht. Vorige Volgende