Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Liefdelogen Meewarig streelt de vrouw het fletsblond haar Van 't bleeke meisje en snelt tot hem - ‘Die mond Verlangt naar kussen, vroolijk, mooi, gezond Kon jij haar maken!’ - ‘Neen, mij leek 't gebaar Van liefde valsch en 't liet allicht een wond In 't argloos hart, 'k bracht roekloos in gevaar Haar reinen rust, 'k verachtte mij, onwaar, Terwijl haar eenvoud beidde een trouwverbond.’ - ‘Leen 't kwijnend zieltje, dat verwelken zal, Die liefde-illusie voor een kleine poos. Blij zou zij bloeien als een Meieroos.’ - ‘O vrouw, lok mij, lok háar niet in die val, Dat niet dat kind voor onze liefde boet, Vrouw, die 'k niet minnen mag, doch minnen moet!’ Vorige Volgende