Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Meidag Meewarig buurtje bracht haar goudenregen, Violen, meidoorn, muurbloem en seringen. Zij wil haar hart tot dank en blijheid dwingen En Mei weer voelen als een hemelzegen. De zon verguldt haar kamer, vooglen zingen En knaap en meisje zoeken groene wegen. Zij hoort hun fluistren - De oogen moet zij vegen; Als lava schroeiend voelt zij tranen dringen. En fel herleeft hoe, voorgen Mei, zij plukte In eigen tuin, met hem de bloementrossen, Toen meer dan Mei zijn liefde haar verrukte. Nu leeft ze alleen - Van leed moet werk verlossen. Ze aanvaardt haar dagtaak, arbeidt - Droef blijft treuren Haar eenzaam hart, bedwelmd van lentegeuren. Vorige Volgende