Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Geleend Haar mooist klein meisje heeft zij uitgekozen, Om 't aan haar zuster, die blijft trouw beweenen 't Verloren eenig kind, een dag te leenen. De droeve moeder Iaat zich vroolijk kozen Door Troosteresje, dartlend om haar henen, Gunt haar de pop, de speelgoedvolle doozen En 't plekje tuin, waar bloeien malve en rozen, Van 't eigen lieve kindje, in de aard verdwenen. Zij antwoordt kalm op Troosteresje's vragen: - ‘Mag Rie met de Englen in den Hemel spelen En heeft ze een tuin en mooi weer, alle dagen?’ Zij zwaait haar springtouw, laat haar liedjes kweelen, Wendt af de tranen, die zij moet verhelen - Kwam de avond snel! Zij kán 't niet langer dragen. Vorige Volgende