Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Rust Kalm moet zij rusten eer daal rust voorgoed. Maar droef verleden blijft haar wreed door-schokken. Als toen zij 't kind droeg, ziet zij lachend lokken Een krans van kinderkopjes, engelzoet. Straft haar nu God voor 't bitter mokkend wrokken, Wijl 't leven leeg bleef? IJlt haar tegemoet. Haar kind verloren met een liefdegroet, Terwijl haar uitluidt galm van doodeklokken? Van 't broeiend kussen beurt zij 't moede hoofd, Rijst op, verkoelt de brandende oogenleden. 't Reliekenschrijn van moedervreugd beloofd Ontneemt ze een jurk, die nooit zou 't kindje omkleeden En schoentjes blank voor de eerste wankle schreden, Warmt ze aan haar borst, waar 't kindje aan werd geroofd. Vorige Volgende