Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Bij 't Ziekbed Bij 't ziekbed, flauw belicht van kaarsvlamgeel, Verhalend traag haar leven, zwaar van rouw, Zit de oude meid, een dorpsche weduwvrouw. En, de oogen luikend, dat zij d'angst verheel, De zieke voelt hoe de avond strekt den klauw, Een sluipend dier, naar 't kloppen van haar keel En spokig flappen vleuglen van fluweel, Vol huivergeur van herfst en klammen dauw. En aldoor moet zij luistren naar die stem Eentonig - Sterven ziet zij 't eenig kind, Den braven man - En bitter denkt ze aan hem, Die haar alleen laat en benijdt de vrouw, Die in haar smart een bron van troost nog vindt, Wijl háar bleef liefde tot den dood getrouw. Vorige Volgende