Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Blijde Verwachting Moe zuchtend, laat zij 't kleedje, omsneeuwd van kant, Waar loom ze aan naaide, zijgen in haar schoot. Zou 't kind weer wekken liefde's morgenrood, Als in een boek verzoenend blij? - Hoe kan 't? Bij 't bed geknield, berouwvol, de echtgenoot En kinderhandjes wevend weer den band? Neen! 't Stroovuur van zijn liefde is uitgebrand. En zou háar hart verrijzen uit den dood? Onzalig leven, waar haar 't kindje aan bindt! Haar hand glijdt van haar keel, waar angst in klopt, Plots tot haar schoot, waar droomt en wacht haar kind. Zij voelt niet meer hoe 't kindje vragend klopt, Of 't haar verweet dat zij 't genoeg niet mint En liever heenging, wijl 't geen welkom vindt - Vorige Volgende