Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Vriendinnen - ‘Hoe moet ik haar, die lijdt als ik, benijden Om blijden moed en fiere levenskracht!’ Verzucht de vrouw, geknakt door smartevracht. ‘Alleen de dood vermag mij te bevrijden, Gevreesde vriend, die, elken wanhoopsnacht, Met slaaplooze oogen 'k bevend blijf verbeiden, Terwijl hij speelt met lokken en vermijden En de ál te willige arme prooi veracht.’ Maar eindlijk durft zij, de oogen neergeslagen, Die sterke vrouw haar hartsgeheim te vragen. Geloof? berusting? liefde voor haar kind? ‘O noemde éen mond mij moeder! Zonder klagen Zou ik de last ook van het leven dragen!’ Maar de andre bloost - Een man is 't, die haar mint. Vorige Volgende