Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Eerste Roos Zij plukte de eerste blanke roos in bloei, In 't schamel tuintje en bracht die naar het graf, Blij, dat wat moois zij van den zomer gaf. 't Roosje in haar mantel hoedend voor 't geschroei Der zon, de lange zandlaan brandend straf, Kwam ze op het kerkhof, waar een koeltje woei, Een vogel kweelde en vlinderengestoei, Als witte vlokken, daalde op bloemen af. Rank zwart figuurtje op grond van hel azuur, Het eenzaam hart verteerd van smartevuur, Trouw, als een pelgrim naar zijn Heiland gaat, Bracht zij die bloem, reinblank in goud van zon - Als zij die stem nog éens maar hooren kon! - En liefde in deemoed glansde op haar gelaat. Vorige Volgende