Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Levensmoede In 't bleek gelaat, waar droefheidsgroeven kerven Kwam ál te vroeg een wreede levenspijn, Is 't blauw van de oogen, die als vragen zijn De eenige kleur. - ‘Waarom mag ik niet sterven, Voor 't schrijnend leed vergetelheid verwerven?’ Die oogen peinzen. Koud in zonneschijn, De handen strekt zij naar het veilig schrijn, Vol heugenis aan hem, dien zij moest derven. Veel andren troost ze en helpt ze en géen vermoedt Hoe zij, die niets ontving en toch kan geven, Gewijd door liefde, heimlijk eigen leven In 't innigst van haar ziel voor hoon behoedt, In deemoed dienend, boven dank verheven, Terwijl héel stil haar bleeke jeugd verbloedt. Vorige Volgende