Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Mededoogen Diep vlijmt dat woord, haar lippen voelt zij beven - Maar wie dat woord sprak ziet zij grijs en oud En peinst: Wie weet hoe luttle wijle houdt Haar nog op aard de Heer van dood en leven? - ‘Kom mee! In schoonheid welkt het herrefstwoud. Ik voel geen toorn meer - 'k Wil wat moois u geven. 'k Weet mooiers niet dan teeder u vergeven, Terwijl 'k uw handen vul met bloemengoud. ‘Zoo 'k éen vergaf den moord van mijn vertrouwen, Die vreugd beloofde en lachend mij verried, Vergaf ik u dat éene woord dan niet? Weet zelve ik niet hoe weerloos lijden vrouwen, Wie levens schipbreuk eenzaam achterliet? Kom, steun op mij! Vertel van úw verdriet.’ Vorige Volgende