Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Oude Juffrouw Breipennen tikklen, met de roze kluw Speelt Poesje op 't vloerzeil en Kanariepietje, In 't koopren kooitje, schalt zijn morgenliedje. Een muschje, op 't raamkozijn, pikt kruim'len schuw. En ze overziet haar schamel eng gebiedje, Na 't leven, dat - waarom? - haar sloeg zoo ruw, Haar late wijkplaats, veilig, kalm en luw - De witte sterren van haar margarietje, Haar korenbloemen, kinderoogen-blauw, Haar granium, rood fluweel, op 't vensterbankje, Haar tuintje, laaft en aait zij, 't blauwtje, 't blankje En 't roodje. Poes springt haar op schoot. En trouw, Als toen ze een kind was, voelt zij 't bloemen-dankje - Haar heimwee zucht naar velden, koel van dauw. Vorige Volgende