Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] De nieuwe Huurkamer Nu zweeg het rhythmisch kloppen van den hamer En 't lied, dat, blij, die knaap, al kloppend floot, Terwijl zij, huivrend, eenzaam, eet haar brood, Vijandig voelt zij héel die vreemde kamer. Gordijnen, stoelen dreigen, bloedigrood. Hard hakt de klok den tijd aan spaanders. Kwame er Eén welkomstgroet! Maar trots, die klachtbe-schamer, Klampt saam haar handen, blank in donkren schoot. Portretten bleek op rood behang - Kan baten Haar leed de starre glimlach dier gelaten, In de aard vergaan? verheerlijkt op een ster? Eén heeft haar moed en levensvreugde ont-nomen. Zij kan geen weerzien in den hemel droomen En zoet lokt dood. Ze is jong nog, dood is ver. Vorige Volgende