Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Wreed spel Hem dankend, bracht ze, omtooid van roze-ranken, Zijn liedjes weer, waar liefde schoonheid looft. En schroomvol boog hij 't zilvergrijze hoofd, Haar handen kussend, voor háar dank te danken. Dan, 't schrift doorblaadrend, teederlijk ont-loofd, Hij bevend zocht of hij geen brief zag blanken - En al zijn liedjes leken doode klanken, Elk vlammewoord werd kil tot asch verdoofd. Om hoop ontnomen 't meisje liep te weenen: Zij liefde hem zoo 't kind haar vader mint. En 't vreugdevuur, dat d'avond had doorschenen, Hij bluschte 't zelf, verdreef dat godekind. Hoe troost hem nog, is zij voorgoed verdwenen, De rozerank, dien ze om zijn liefde windt? Vorige Volgende