Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Coquette Mooi meisje, over een leliestruik gebogen, Staat als in aandacht engelvroom verzonken, Dan lenig veert zij op - En, liefdedronken, Laat hij zich lokken door haar vleiende oogen, Die, àl belovend, sproeien gouden vonken, Zijn lippen schroeiend, die niet kussen mogen. Haar kirrend lachje volgt hij opgetogen. 't Wordt plagend spel van weigeren en lonken. Nu gaat zij zacht naïef een liedje kweelen, Slaat weg zijn hand, die wil haar handen streelen. Vlug als een reetje vlucht zij door de lanen - Terwijl aan 't raam, zit zwijgend te verhelen, Om 't zondig kind, dat kwam zijn liefde stelen, Zijn bleeke vrouw haar machtelooze tranen. Vorige Volgende