Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Liefdedroom Na schellen dag haar leden zoel verloomen Voelt ze avondrust - Haar taak volbracht zij knap - Weg werpt zij 't boek en dooft de lichten rap. Haar avondbede is weer van hem te droomen. In stille straat al nader hoort zij komen, Dan in de gang zijn welbekende stap, Dan vlug, àl vlugger, rennen óp de trap - Plots voelt zij in zijn armen zich genomen. Haar hart springt open als een roode roos En tranen, kussen, woordloos, ademloos, Mild geeft zij hem, die heeft verwoest haar leven. De morgen blankt, de droom verzonk in 't niet - En trots verwijt hoe liefde kon vergeven Den liefdelooze, die haar wreed verliet. Vorige Volgende