Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] In den Tuin In rouwzwart de éene, de andre in herfstig bruin, Twee grijze vrouwen op de ombloeide bank. Een meisje in blauw, goudblond en lelieslank, Heft óp een kindje - In d'ouden lindekruin Fluit luid een merel, 't lijkt een lied van dank. Door bladsmaragd valt rozelicht al schuin. Bedwelmend geuren linde en rozentuin. En 't kind heft de armen naar een rozerank. Het meisje klemt, alsof 't een vogel was, Die weg kon zweven, hoog in avondrood, 't Geleende kindje aan diepbewogen borst. Dan, de oogen neer, dat géen 't verlang er las, Klein Blondje vlijt ze in Oma's donkren schoot En proeft haar wee als onbegrepen dorst. Vorige Volgende