Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Dorpsmeisje Naar stad verbannen, vreemd en ver van huis, In kille kelderkeuken, schrijft naïef Het hooiblond dorpskind Moeder grief na grief - Gevangen, beeft ze, als in de val een muis. Zij wist niet dat zij Moeder had zóo lief En 't eigen kamertje en 't vertrouwd geruisch Van de oude linde, in bloei nu voor hun huis. Zij bijt haar pen, een traan valt op haar brief, Die laat een vlek - Heeft ze àl nu wel verteld? Arm loon van hartzeer, zal Moe troosten geld, Als 't brengt de bode, stappend door de laan? O schoven binden, rooien weer, op 't veld, In woesten wind of schroeiend zongeweld En thuis, bij Moeder, veilig slapen gaan! Vorige Volgende