Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Versmaad Op 't molmend bankje zit, in bladbruin kleed, 't Verwelkend meisjen in 't verwelkend woud. De wolken donkren en de wind waait koud - Zij peinst, verloren in haar levensleed. Op 't grijzend haar valt rimplig bladergoud. Geen toekomst meer, haar lief verliet haar wreed Voor schitteroog en rooswang en zij weet: Haar hart bleef jong, alleen 't gelaat is oud. Zij ziet haar leven als die najaarslaan, Ontbladerd half al, leeg en lang gestrekt. En ze is zoo moe - waartoe nog verder gaan? Tot op haar wang uit bronzen boomkruin lekt Een regendroppel, killer dan een traan En 't bleeke meisje uit droef gemijmer wekt. Vorige Volgende