Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Geluk Vóor 't blanke landhuis, bij den lindeboom, Vol koel geruisch van wind en vogelwieken En trossen geel, die zoet naar zomer rieken, Zit zij, verzaligd in haar liefdedroom. Straks gaat zij brengen de arme lieve zieken Die kinderjurk - nog even d'éenen zoom! - Albastwitte eiers, marmerblanken room En purpermoes van bessen en van krieken. Dan, 't mandje leeg, de vrome taak gedaan - Hoe blij was 't kind, hoe dankbaar 't grijze bestje! - Nadert zij 't roze'-ombloeide liefdenestje, De hand voor de oogen, turend door de laan, Of hij niet komt, haar trots, haar zielverblijden, Wiens eedle roeping zalving is van lijden. Vorige Volgende