Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Netten boeten Bij 't groen kanaal, in helmblond dal van duin, Omwaaid van zeewind, die haar bloei komt zoenen, - Een krans van tulpen, rozen en pioenen, Ontloken pralende in een zomertuin - De blozemeisjes boeten sombre netten, Waar zilvren visch zijn vrijheid laten moet En de éene lacht, vol jeugd en overmoed En andren, ernstig, op de mazen letten. Langs 't glanzend water donkert hoog de laan, Aan d'overkant staan berkjes blank te beven. Eén meisje mijmert over 't visschersleven En d'angst der vrouwen: - Zal de boot vergaan? Maar 't is haar lot: een hutje aan zee en wachten En biddend schreien, in de storremnachten. Vorige Volgende