Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Vrouwenhanden 'k Zie handen pezig, bruin als bronzen klauwen, Van zwoegend wroete' in donkren aardeschoot. 'k Zie handen ruig, waar de aadren paarsig blauwen, Verbruikt in arbeid, beedlend bang om brood. - Ivoren handen zie ik, vroom gevouwen, Alleen den Hemel klagend zielenood - En moederhanden, blank en sterk, die bouwen Een nest voor kinderhanden rozerood - En, bleek in nachtzwart, leedverwrongen handen Van maagden, die van liefdesmart verbranden En weenen, wijl haar géen in de armen sloot - En geestenhanden, kloppend aan de wanden: - ‘Wij dragen u naar de eeuw'ge Lentelanden. Hoog boven 't rijk van lijden, zonde en dood.’ Vorige Volgende