Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 195] [p. 195] XXXIII. De jongste dag. Toen hoorde ik vleugelkleppen, of een zwaan Zich nêerliet bij mijn leger en ik zag Een engel met een blinkend zwaard. Ik lag Verlamd, als zij die weldra sterven gaan. Toen sprak hij: - ‘Wee! gedenk den Oordeelsdag, Wanneer gij, naakt, zult voor uw Rechter staan, Met al uw zonden!’ En hij zag mij aan. En 't was verplettrend als een donderslag. En driemaal rees en daalde 't vlammend zwaard En driemaal gloorde een lichtkruis op de lucht En, toen hij heenvloog, beefde driemaal de aard. Die engel Gods! nog sidder ik voor hem, Die alles weet en sterk is en geducht. Ik zie die oogen en ik hoor die stem. Vorige Volgende