Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] XXXI. Roeping. Ik stond alleen bij 's Levens donkren stroom En staarde strak in 't wilde water nêer. Daar riep een stem mij bij den naam, zoo têer En dringend, dat ik opvoer uit mijn droom. En plechtig klonk mijn antwoord: - ‘Spreek, o Heer! Uw dienstmaagd luistert.’ Bleek van heiligen schroom, Vatte ik Gods sluier bij den zilvren zoom. En 't werd me, als tuurde ik in een diep blauw meer. Zoo wekte een stem den godgewijden knaap, Die, maagdlijk sluimrend, in den tempel lag, En driemaal vlood naar Heli, uit den slaap. Ten vierdemale riep God: ‘Samuel!’ Toen boog hij 't hoofd, en zeeg ter aarde, en zag. Doch ik begreep dat éérste roepen wel. Vorige Volgende