Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] XXI. Levend begraven. Ik ben als een die levend werd begraven, Op 't bloedig slagveld, onder 't wicht der lijken. De looden last wil van mijn borst niet wijken. Ik schrei om hulp... geen redder komt mij laven! De zwaarden klettren en de vaandels prijken, De grond is rood, de ruiters hoor ik draven. Belust op buit, omzweeft me een zwerm van raven. Mijn bloed stroomt weg, ik voel mijn kracht bezwijken. Mijn trouwe vrienden, waar nu toeft gij allen? Laat gij mij thans uw liefde niet bemerken? Zijt gij ook, machtloos, in den strijd gevallen? Werdt ge ook begraven, naamloos, zonder zerken, In 't zand, gedrenkt met bloed van duizendtallen? Voelt gij, als ik, den wind der ravenvlerken? Vorige Volgende