Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 180] [p. 180] XVIII. Winterwake. O nevelnacht, waarin geen sterren stralen! O diepe, doffe stilte dezer stonde! Geen klokketoon, die plechtig 't uur verkonde! Niets hoor ik, dan mijn eigen ademhalen. 't Waar zoet voor mij, de in 's levens strijd gewonde, In 't rustig rijk der droomen rond te dwalen. Dan ach! ik voel de fantasie mij falen, Die vaak mij leidde, opdat ik vreugde vonde. Doodsbleek en roerloos, lig ik op mijn leger. Zijn 't klamme vingers, die mijn keel omknellen? Zwaar hijgt mijn borst; angst verft mijn wangen veeger. God!.... Help mij, God, den Booze neêr te vellen! - Geen antwoord..... Niets dan 't kloppen van mijn slapen! - God! menschen lijden, en uwe englen slapen! Vorige Volgende