Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] XVII. Herfst. De wolken drijven en de golven stroomen. De zwaluwzwermen vliegen naar het Zuiden. O wilde wind, wat moet uw lied beduiden? Is 't wel de wind, die weeklaagt in de boomen? Nog bloedt mijn wond; waar bloeien balsemkruiden? Een wreed verleden heeft mijn vreugd genomen En wie ik wachtte zal tot mij niet komen. Is 't voor een doode, dat die klokken luiden? Kort was mijn dag. Mijn zonne zag ik tanen, Mijn blik omneveld door een floers van tranen. Waar leidt mijn weg? Ik ga alleen.... 't Is donker. O zwarte vloed, bergt ge in uw boezem vrede? Omlaag, geen licht, omhoog, geen stargeflonker! Vliet gij naar zee, o golven, neemt mij mede! Vorige Volgende