Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] X. Verleden. Ik weet een borst vol liefde en mededoogen; 'k Heb aan dien boezem al mijn leed beleden. Nu staat vóór mij mijn doodgewaand Verleden En ziet mij aan met tragisch-donkere oogen. Waar zal ik vliên? Wat baten klacht of beden? Ik voel dien blik aan mijn blik vastgezogen. Door stille straat en groene looverbogen IJl 'k aêmloos heen.... trouw volgt de schim mijn schreden. Kom! laat ons worstlen! in uw klamme handen Laat ik mijn leven nog niet zonder strijden. Uw oog schiet vuur, uw adem voel ik branden. Mijn speer trilt in uw hart en roode beken Besproeien de aarde..... Aleer uwe oogen breken, Laat thans uw mond mijn overmacht belijden! Vorige Volgende