Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 170] [p. 170] VIII. Godsdienst. - ‘Hoe richt ge omhoog uw blik vol stille beden, Als wilde uw oog het blinkend zwerk doorboren? Het paradijs dat gij zoekt is verloren. Vindt ge in uw ziel geen wereld en geen Eden? ‘Slechts wie, hooghartig, heeft ten God verkoren Zijn eigen ziel, vindt reeds den hemel heden.’ Toen vloeide een vreugdetrilling door mijn leden, Alsof me op aarde een hemel werd beschoren. En zoo verleerde ik, had ik kracht van noode, Mijn biddende oogen hemelwaarts te heffen; Doch mijn geloof beweende ik als een doode. Zie! daar zijn woorden die als pijlen treffen, Trekt ge ook de schichten schielijk uit de wonden. Ik zocht een hemel, - 'k heb een hel gevonden. Vorige Volgende